Als kind keek ik altijd naar The Fresh Prince of Bel Air. In mijn pyjama voor de tv, nog zo’n ouderwets dikke beeldbuis. Beschuit met pindakaas. Will Smith, mijn superheld. Niet alleen in de serie, ook in zijn films, muziek en speeches.
Wauw, wat had ik altijd een respect voor deze man! En nog steeds, don’t get me wrong. Hij is voor mij het toonbeeld van een multitalent. Creatief, ondernemend, inspirerend!
Zijn films verslond ik…
Men in Black? Ach, misschien wel honderd keer gezien. Bad Boys? Ik kwam niet meer bij van het lachen. Independence Day? Wat een superheld, hij kan ook werkelijk alles!
Ook zijn muziek draaide ik regelmatig. ‘Summertime’, ‘Gettin’ Jiggy wit It’.
Voelde me er altijd vrolijk door.
Krachtig. Alsof ik de hele wereld aankon!
En zelfs toen hij Chris Rock in zijn gezicht sloeg tijdens de Oscars, is hij mijn superheld gebleven. Niet om het slaan, maar wel om zijn menselijke reactie. Zijn geraaktheid. En tegelijk ook zijn kwetsbaarheid die hij een paar weken later publiekelijk toonde. Dat is wat ik mooi aan hem vind. Hij denkt niet dat ‘ie onfeilbaar is, laat zijn emoties zien, spreekt zich uit en reflecteert op zichzelf. Verantwoordelijkheid nemen. Persoonlijk leiderschap noem ik dat. Ik vind dat mooi!
Zijn leven ziet er wel een beetje uit als die van mij. Tenminste, daar kom ik de laatste jaren steeds meer achter. Ouders gescheiden. Geen vaderfiguur in zijn leven. Gepest omdat ‘ie anders was en dacht. Vaak het buitenbeentje.
Same here
Ik heb me er lange tijd verdrietig om gevoeld. Nergens écht bij te horen. Besloot zelfs op mijn zestiende levensjaar om naar de trein te fietsen. Heb het niet gedaan, anders had je dit nu niet gelezen.
…
Was wel mijn keerpunt. ‘Jij mag nog niet gaan Nico, je hebt een belangrijke taak hier’ werd me toen ingefluisterd. Geen idee waar die stem vandaan kwam.
De jaren erna een hobbelige weg, op z’n minst gezegd. Voelde me vaak het pispaaltje. Reageerde ook vaak evenzo. Slachtoffer. Kon dat toen nog niet zien.
Wilde bij een corporate werken, ‘want dan doe ik ertoe’. Dat lukte. Het gevoel bleef uit. Volgende baan in het onderwijs. Als marketeer. Veel geleerd. Over wie ik ben, wat ik kan, waar ik een ander voor nodig heb. Kwam pas echt tot wasdom toen ik een keiharde schop onder m’n kont kreeg. Was lui geworden. Kreeg ‘m van mijn interim-manager.
Kon hem wel schieten.
Terugkijkend wederom een keerpunt in mijn leven.
Ik werd volwassen, op een goeie manier
Daarna gevraagd om voor een stad te komen werken. Als strateeg. Droombaan. Droommoment. Ik werd immers gevraagd! ‘Oh boy, ik doe ertoe!’ Je raadt het vast al, gevoel bleef uit. Mocht me vakinhoudelijk helemaal uitleven. Nam meer en meer mijn plek in. Ook als er politiek gekonkel was. Het boeide me niet. ‘Ontsla je me toch’ heb ik ooit eens tegen mijn leidinggevende gezegd. De aanleiding? Onrecht. Kon ik niet tegen. Dan maar vertrekken…
Gebeurde niet. Ik werd zelfs gevraagd voor een grote opdracht buiten de organisatie. Moest daardoor eindelijk mijn bedrijf starten. ‘Wist’ ik al vanaf de universiteit.
Mijn ontdekkingstocht ging verder…
Eigen bedrijf. Klanten te over. Hosanna na hosanna. Deed alles wat ik tof vond. Trainingen, campagnes, strategieën, advies, coaching. En toch liep ik na twee jaar tegen een plafond aan. Vakinhoudelijk alles wel gezien, maar als persoon liep ik vast. Had geen voldoening meer, betekenisloos. ‘Waarom groei ik niet verder?’, ik weet het moment nog goed. Zat op de bank en stelde mezelf deze vraag. Er kwamen twee antwoorden.
Relatie met mijn vader. Pestverleden…
‘Ok, als dat is wat ik aan te kijken heb… Fuck it, So be it. Ik kijk het aan!’ Rocky road ahead zullen we maar zeggen. Geen idee waar ik aan begonnen was. Maar ik voelde aan alles dat ik het op mijn manier wilde doen. Had niet echt een mentor om me aan op te trekken, maar ik besloot om van alles en iedereen te leren. Kwam op een gegeven moment op het pad van systemisch werk.
‘Hee, dit is interessant!’
Kende het nog niet, was wel meteen geboeid.
Heb daar veel van geleerd. Werkte zelfs met een vrouwelijke compagnon samen. En je raadt het al, wederom een dikke butser op mijn neus. Na ongeveer anderhalf jaar samenwerking gingen we met een knal uit elkaar.
Nog nooit zo’n diepe pijn gevoeld.
Wederom een keerpunt.
Maar nu voorgoed voelde ik. Nog even een tijdje samengewerkt met een familielid. Kwam niet van de grond.
Toen was ik het zat, wilde geen samenwerkingspartners meer…
En tja, ook dan raad je het al… Als je het niet meer zoekt, vindt het jou.
Ik kwam in contact met Sander. Man, man, man. Ook hij al meerdere samenwerkingspartners gehad. Butsers op de neus, ook daar. Wat heb ik vaak gedacht: ‘Wat mot je van me?’ Hij liet me mijn eigen pad lopen. Was er voor me als het nodig was. We forceerden niks. Lieten alles stap voor stap ontstaan.
Ik kan er nog tranen van krijgen…
En toen kwam het moment dat ik mijn ingeving met hem deelde. Voorzichtig en schoorvoetend. ‘We hebben een School te starten. En ik weet de naam ook al: School voor Eigen Wijsheid’. Zijn reactie: gefascineerd, geïnteresseerd, enthousiast.
Een jaar lang trokken we met elkaar op. Namen deel aan elkaars programma’s. Merkten dat we elkaar stuwden, op een hele mooie manier! Ontdekten wat wel en wat niet. Totdat we voelden dat het tijd was om naar buiten te treden.
Wat een reacties!
Richard kwam er na een paar maanden bij als eigenaar. Wederom op een bijzondere manier. Als je dat verhaal wilt horen, dan schuif je maar een keer aan met warme chocolademelk, zittend bij het haardvuur. Vertel ik je er alles over…
Maar wat ik nu ga doen, is lekker de stilte opzoeken. Want je hebt lang genoeg gelezen. En ik lang genoeg geschreven.
Nu ik trouwens mijn verhaal zit terug te lezen, besef ik me ineens iets. Will Smith is helemaal niet meer mijn superheld.
Dat ben ik zelf.
Ik kon het al die tijd alleen nog niet zien.
Ow ja, voordat ik het vergeet te vragen…
‘Wie is ook alweer jouw held?’